• Tabitha van Krimpen: 'Kerk: kom uit je comfortzone'
• Tabitha van Krimpen: 'Kerk: kom uit je comfortzone' Foto: Dick Aanen

Tabitha van Krimpen: ‘Kerk heeft geen antwoord op levensvragen twintigers’

Nieuws

CULEMBORG • De kerk heeft geen antwoord op belangrijke levensvragen van de huidige generatie twintigers.

Dat concludeert Tabitha van Krimpen, voormalig Jonge Theoloog des Vaderlands en schrijver van het donderdag 1 juni verschenen boek ‘Bottom-up kerk: zijn waar de twintigers zijn’. In haar boek beantwoordt de 25-jarige nieuwbakken inwoonster van Culemborg de vraag hoe kerken op een relevante manier aanwezig kunnen zijn in de samenleving. 

“Te lang is de kerk vooral aan het zenden geweest. Te lang werden antwoorden gegeven op vragen die niet gesteld werden. En te lang hebben de deuren naar buiten toe dichtgezeten”, schrijft ze in het Woord vooraf.

Tabitha (1998) groeide op in Woudenberg, midden in de Biblebelt. “In een vanzelfsprekende gelovige omgeving met een christelijke basisschool en christelijke middelbare school en elke zondag naar de Hervormde kerk.” 

Ze studeerde bedrijfskunde en theologie. “Theologie was abstract, bedrijfskunde was praktisch: met de handen uit de mouwen en aanpakken. De combinatie vond en vind ik nog steeds heel leuk. De studie bedrijfskunde heeft ze inmiddels afgerond, aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam is ze nog wel bezig met haar master theologie. 

Jonge theoloog des Vaderlands
In 2021/2022 werd Tabitha gekozen tot Jonge Theoloog des Vaderlands. Ze ging volop aan de slag om de twintigers en de kerk dichter bij elkaar te brengen. De kloof is sindsdien volgens haar alleen maar groter geworden.

“Hoe meer ik me in de thematiek verdiep, hoe meer leeftijdsgenoten ik spreek, hoe meer lezingen ik houd voor oudere generaties over wat twintigers belangrijk vinden, hoe meer ik de tijdgeest inadem- het wordt er vooral complexer op.”

“Ik zag tijdens corona steeds meer jonge mensen in mijn omgeving kampen met stress, met burnouts. Ze hadden vragen als: ‘waar ben ik nou thuis?’, ‘wat geeft zin aan mijn leven?’ Je hebt altijd gehoord dat de studententijd de mooiste tijd van je leven is en dat zit je daar twee jaar op een klein studentenkamertje. Dan vallen alle ideaalbeelden ook een beetje in duigen. Dan roept dat ook allerlei vragen op: ‘Wie ben ik nou als ik niet m’n diploma haal of niet de baan krijg die ik wil? Of als ik m’n vrienden niet meer zo makkelijk kan spreken.”

De huidige generatie twintigers leeft in een meerkeuzemaatschappij, zegt Tabitha. “Voor mijn leeftijdsgenoten geldt: wat ga ik doen op zondagochtend? Zal ik naar de sportschool gaan, zal ik gaan winkelen, met vrienden afspreken of naar de kerk gaan?  waar verbind je je aan en waar ga je helemaal voor.”

Naar binnen gekeerd
Tabitha vindt dat kerken geen antwoord hebben op essentiële levensvragen van jonge twintigers. Ze zijn nog teveel naar binnen gekeerd met vragen als: hoe krijgen we de kerkenraad weer vol? hoe zorgen dat het bestuur doorgaat. “Veel belangrijker is: hoe kunnen we op een relevante manier kerk zijn in de wijk? Welke vragen spelen er eigenlijk en hoe kunnen we daar het beste op aansluiten?”

“Mijn ervaring is dat jonge mensen eigenlijk best nieuwsgierig zijn naar het geloof. ‘Okay’, zeggen ze bijvoorbeeld, ‘jij gelooft. Maar wat betekent dat dan?” Maar ze krijgen lang niet altijd antwoord op die vragen. De oudere kerkleden van nu wilden zich in hun eigen jeugd losmaken van de beklemmende kant van de kerk. “Ze willen niet dogmatisch of streng zijn. Ze willen daarom de jeugd van tegenwoordig niks opleggen. Maar daarmee kunnen ze ook niet meer goed uitleggen waar ze dan wel voor staan als gemeenschap. Dat is heel erg zonde, want wat is dan nog je verhaal? Dan heb je dus geen verhaal. Waarom zouden jonge mensen daar überhaupt geïnteresseerd in zijn?”

Inspirerende praktijkvoorbeelden
Tabitha komt aan het eind van het boek met een aantal inspirerende praktijkvoorbeelden van de bottom-up kerk, waarin iets oplicht van de manier waarop de kerk van de toekomst eruit kan zien. Bijvoorbeeld: weg met die Kerkbalans, zorg dat mensen een abonnement op de kerk kunnen nemen.

“Als zoveel jonge mensen een abonnement op Netflix hebben, kan dat dan ook niet ook op de kerk.” Of: organiseer een adoptiedienst, waarbij gemeenteleden een viering kunnen adopteren en zelf invulling kunnen geven aan de dienst. “Daardoor komt er energie los in de gemeente en laten gemeenteleden zien wat er bij hen leeft, hoe ze hun geloof en spiritualiteit vormgeven en kunnen jong en oud, ambt of geen ambt, van elkaar leren.” 

Deze is ook heel aardig:  ”Organiseer een avond voor mensen uit de buurt, waarop ze kunnen speeddaten met mensen uit de kerk. Wat zou jij nou altijd al willen vragen aan een gelovige? Zijn die kerkmensen nu echt zo raar?”

Kerkelijke bubbel
De kerken moeten hun oogkleppen afdoen en uit hun comfortzone en de kerkelijke bubbel komen, “De bottom-up kerk begint daar, met de voeten in de modder, op de plekken waar je eigenlijk liever van wegkijkt en met vragen over geloof en ongeloof, over leven en dood, die ongemakkelijk zijn en waar je zelf eigenlijk ook geen raad mee weet. Juist daar gebeurt de kerk. Juist daar is God te vinden. Niet omdat we het zelf allemaal zo goed weten, maar omdat we bibberend en met vallen en opstaan in de voetsporen van Jezus proberen te treden. Omdat dat de kerk geloofwaardig maakt, of je nu twintiger of zestiger bent.”