• Vorig jaar deelde De Roos van Culemborg op grote schaal affiches uit met als tekst ‘2022 ROOSKLEURIG’.
• Vorig jaar deelde De Roos van Culemborg op grote schaal affiches uit met als tekst ‘2022 ROOSKLEURIG’. Foto: aangeleverd

‘Roos van Culemborg’ stopt na acht succesvolle jaren

Cultuur

CULEMBORG • De creatieve mensen achter stichting ‘Roos van Culemborg’ zetten een punt achter hun succesvolle culturele initiatief. “De Roos is definitief uitgebloeid”, schrijft coördinator Rieks Hoogenkamp.

Stichting De Roos van Culemborg is op 25 maart 2015 opgericht. Het doel was het stimuleren van beeldende kunst, muziek en literatuur in de driehoek kerk, cultuur en samenleving. Er zijn in de afgelopen acht jaar tal van culturele activiteiten en evenementen georganiseerd. Het werk werd mogelijk gemaakt door de 1300 aandeelhouders, die bereid waren eenmalig 25 euro te storten. 

Hoogenkamp heeft het besluit om te stoppen toegelicht in een uitgebreide brief aan de ‘aandeelhouders’. “Ergens in 2014 zijn we begonnen: hier een avond, daar een excursie of concertje. De eerste aandeelhouder meldde zich 9 september. Om (verborgen) talenten in Culemborg ging het, om niet voor de hand liggende combinaties, van cultuur tussen de schuifdeuren tot absolute top, om verhalen en debat over nu en eeuwigheid, om kunstenaars te stimuleren. We zochten naar publiek dat daar aardigheid in had. Laagdrempelig wilden we zijn.”                                                         

‘Dikke zeventigers’
In al die jaren ontbrak de neiging tot institutionalisering, zo vervolgt Hoogenkamp zijn brief. “Een stelletje oudere heren, hier en daar gestut door partners, is nu gepromoveerd tot (dikke) zeventigers. Zeven jaar leek ons mooi. Maar ja, corona vroeg om ondersteuning van kunstenaars en boekwinkel, wandelommetjes, coronaconcerten en ga zo maar door.”                                                                                                                              

Kunst van beëindigen
De kunst van beëindigen is volgens Hoogenkamp moeilijker dan de kunst van beginnen. “Een mens is nu eenmaal eigenwijs en wie niet horen wil moet dan maar voelen. Hoogmoed komt voor de val: rustgevende klinieken in het groen, pillen en een ‘heleboel tijd nemen’. De Roos hield altijd al van spektakel. We begrijpen de hint: de Roos is nu echt uitgebloeid.”  

‘Rommeltje’
Hoogenkamp gelooft niet dat andere mensen het kunnen overnemen. “Organisatorisch zijn we een rommeltje. Er is geen bestuur, er is nooit vergaderd, er zijn nergens notulen. Ieder hield zich bezig met zijn specialiteit. Natuurlijk kan een clubje mensen maandelijks een concert of lezing organiseren maar dat is het Nut van het Algemeen en niet de Roos. Wij zagen het vanaf het begin als een kunstwerkje. Elke activiteit een nieuwe verfstreek. Dat valt niet te kopiëren.”                                                        

Inboedel
De hele inboedel gaat wel in de aanbieding. Hoogenkamp: “Sint Maarten organiseren? Graag! Concerten, muziekwandelingen? Ga je gang! Exposities in de Barbara of wat voor kerk: veel plezier er mee. Excursies, boekjes, lezingen: prima! Gedichten aan de muur, ondersteuningsacties en feestavonden, debatten: prachtig! Er kan veel in onze stad. Dat is wel bewezen.”

“De Roos stopt in de winter, maar het zaad ligt onder de sneeuw”, schrijft Hoogenkamp. Hij citeert Bette Midler in ‘The Rose’: ‘Just remember in the winter far beneath the bitter snows  lies the seed that with the sun’s love in the spring becomes the rose.’ 

“Veel Culemborgers kunnen wat en zijn nog aardig ook. Samen hebben we mooie dingen in elkaar getimmerd, zo nu en dan ons suf gewerkt, heel vaak veel gelachen. Een gezellige dagbesteding dus. U was onze achterban als aandeelhouder. Rond 1300 man/vrouw sterk. Gelukkig kwam u nooit allemaal tegelijk. De Roos ging van miniatuur tot massaal: wij vonden alles best.  Financieel hebben we geen zorgen gehad door het grote aantal aandeelhouders en onze gouden greep van de hoed. We konden doen en laten wat we wilden en onwaarschijnlijke risico’s lopen. Veel dank is dan ook gepast.”