Benefietconcert voor kinderen in Oekraïne levert 4300 euro op

CULEMBORG • Het benefietconcert ‘Culemborg maakt muziek voor Oekraïne’, op Tweede Paasdag in de Barbarakerk, heeft 4300 euro opgebracht. Initiatiefnemer Anthony Zielhorst overhandigde dinsdag een - ook letterlijk - flinke cheque aan Irene Hardenbol van Unicef.

Anthony Zielhorst is blij met de opbrengst. “Kijk, ikzelf droom dat die hele kerk helemaal vol zit en als iedereen een tientje geeft, dan kom je al een heel eind. Er kunnen vijfhonderd mensen in deze kerk. Tegelijkertijd, als je ziet welke moeilijkheden de cultuur heeft en met name hoe moeilijk het is om publiek in de zalen te krijgen, dan vind ik het geweldig dat wij nog 250 mensen hier naar de kerk hebben kunnen trekken. Wij als organisatie binnen katholiek Culemborg zijn heel blij dat het zo geslaagd is geweest. Het gaf ons allemaal enorm veel energie.”

School blijven volgen
Irene Hardenbol vertelt graag waar het geld naartoe gaat. “Heel specifiek per opbrengst kunnen we dat niet melden natuurlijk, maar wel wat we in algemeenheid doen. In Oekraïne zelf proberen we er voor te zorgen dat kinderen die daar nog zijn hun school, op wat voor manier dan ook, gewoon kunnen blijven volgen. We stimuleren bijvoorbeeld heel veel online-lessen en zorgen voor materialen, als die er nog niet waren. We proberen, waar mogelijk, ook de leerkrachten aan de gang te houden. En in elke noodsituatie, of dat nou een crisis is of een natuurramp, hebben wij met andere organisaties afspraken. En Unicef zorgt dan bijvoorbeeld voor schoon drinkwater. Je kunt je voorstellen dat, als er gebombardeerd is, dat dát een van de eerste zorgen is. Unicef was al in de Oekraine aanwezig en dat blijven we gewoon. Dat komt ook doordat mensen van Unicef die daar in een veldkantoor werken meestal van het land zelf zijn. Ongeveer tien procent is van elders en dan hangt het maar van de situatie af of die blijven ja of nee.”

Vaccinaties
“We proberen natuurlijk ook vaccinaties aan de gang te houden, zodat de kinderen de basiszorg krijgen zoals ze die altijd zouden moeten krijgen. Als mensen op de vlucht zijn proberen we te regelen dat ze in ieder geval onderdak hebben. En we proberen dat kinderen even weer kind kunnen zijn, dus we maken op vluchtroutes - zowel binnen als buiten Oekraïne - zogenoemde blue dots, veilige plekken; plekken waar de ouders even tot rust kunnen komen en waar kinderen kunnen spelen, gewoon even kind kunnen zijn. Ook wordt er medisch naar ze gekeken en kinderen worden geregistreerd als ze over de grens gaan, want in allerlei noodsituaties liggen nou eenmaal mensen op de loer die slechte ideeën hebben. Die zouden ze kunnen gebruiken voor dingen waarvoor kinderen niet bedoeld zijn. Dus we proberen in dit soort situaties de kinderrechten heel erg hoog te houden en met die blik naar alle situaties te kijken en daar oplossingen voor te zoeken. Niet alleen in Oekraïne zelf, maar ook in de landen eromheen, want die zijn over het algemeen ook heel erg arm.”

Moldavië
“Neem Moldavië. Dat is ook een land dat superarm is, dus die hebben ook helemaal niks”, aldus Irene Hardenbol. “Ook daar is de bevolking buitengewoon gastvrij en vriendelijk. Maar bij alles wat zij daar kunnen geven, hebben ze natuurlijk hulp nodig. Dus die bieden wij dan. Ook voor kinderen die hiernaartoe komen. Wij geven geen geld voor situaties hier, maar we vragen er wel aandacht voor. Zo gaan we met gemeenten in gesprek. Bijvoorbeeld over: als je een opvanglocatie maakt, maak die dan ook kindvriendelijk en zorg ervoor dat de kinderen weer naar school kunnen, dat er plek is om te spelen. En zorg ervoor - als er ruimte is - dat papa, mama en de kinderen niet allemaal in dezelfde ruimte hoeven zijn, want het is ook voor kinderen heel erg belangrijk om dan even kind te zijn. Gemeenten moeten natuurlijk roeien met de riemen die ze hebben, maar ze luisteren over het algemeen wel naar Unicef. We proberen vrijwilligers van Unicef ook een beetje bij te spijkeren om met gemeentes in gesprek te gaan. Zo van: let op, jullie vangen nu kinderen op uit Oekraïne, maar heb je híer aan gedacht? En sowieso zijn we met onze afdeling die zich met kinderrechten bezighoudt en met de lobby, ook met de politiek altijd in gesprek. Dat is een ongoing business en heel erg nodig, helaas.”